8 februari 2014

Geen inkomens- of vermogenstoets bij Wmo-voorzieningen

Vanwege twee recente uitspraken van de Centrale Raad van Beroep past de gemeente Heerenveen haar werkwijze bij het afhandelen van aanvragen van de Wet maatschappelijk ondersteuning aan. Hierdoor wordt vooraf geen rekening meer gehouden met inkomen en vermogen. Wethouder Jelle Zoetendal reageert teleurgesteld op het oordeel van de rechter. “Door dit oordeel kunnen we de Wmo-geldstroom niet uitsluitend inzetten voor die groep die dat echt nodig heeft. Dit was een manier om de Wmo, zonder verschraling van het voorzieningenniveau, ook in de toekomst betaalbaar te houden.”

Gevolgen uitspraak
Volgens het oordeel van de Centrale Raad van Beroep mag er echter alleen nog maar rekening worden gehouden met de financiële capaciteiten van de aanvrager via de eigen bijdrage en het eigen aandeel, nadat een voorziening is verstrekt. De gemeente mag een Wmo-voorziening niet meer weigeren op grond van inkomen of vermogen van de aanvrager.

Eigen verantwoordelijkheid
In september 2011 startte Heerenveen met een nieuwe werkwijze. Hierbij werd de financiële situatie van de aanvrager meegewogen bij de vraag of iemand een voorziening van de gemeente nodig had. Daarnaast nam de gemeente de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden van de aanvrager als uitgangspunten bij de beoordeling van aanvragen mee. De nieuwe aanpak kon rekenen op brede lokale steun. Daarmee zouden voorzieningen beschikbaar blijven voor inwoners die een voorziening nodig hebben en niet over voldoende financiën beschikken om zichzelf te redden.