Gelijk loon voor gelijk werk
Tijdens de raadsvergadering van 5 oktober 2015 werd de kadernota inkoop en aanbesteding gemeente Heerenveen vastgesteld. In een kadernota stelt de gemeente richtlijnen op welke zij hanteren bij het inkopen en aanbesteden van goederen en diensten. De PvdA fractie Heerenveen greep deze gelegenheid aan om het minimum jeugdloon aan de orde te stellen.
Duizenden jongvolwassenen in Nederland werken voor een loon dat vele malen lager ligt dan dat van hun collega’s en dat alleen op basis van hun leeftijd. PvdA fractie diende een amendement in dat een extra richtlijn aan de kadernota toevoegt, zodat in de gemeente Heerenveen werknemers zoveel mogelijk gelijk loon voor gelijk werk krijgen. Tijdens de raadsvergadering hield ik het volgende betoog:
Geachte voorzitter, college, collega raadsleden en aanwezigen op de publieke tribune.
Voor ons ligt de kadernota inkoop en aanbesteding 2015. Een kadernota die is opgebouwd op basis van doelstellingen en uitgangspunten die door de PvdA fractie worden toegejuicht.
De gemeente wil waar mogelijk en wettelijk is toegestaan de lokale economie stimuleren en de samenwerking met onze ondernemers zoeken. Ook streeft de gemeente naar duurzame inkoop en staat het open voor innovatieve oplossingen die vanuit de ondernemer zelf aangedragen kunnen worden.
Een derde belangrijk uitganspunt is maatschappelijk verantwoorde inkoop. De gemeente stimuleert waar mogelijk de participatie van mensen met een afstand tot het arbeidsproces (social return) en weert inkopen die onder niet aanvaardbare arbeidsomstandigheden tot stand zijn gekomen.
In het verlengde van dit maatschappelijk verantwoorde inkopen heeft de PvdA fractie een amendement ingediend om een extra kader in te bouwen betreffende het jeugd minimumloon.
Op dit moment is het jeugdminimumloon voor een 18 jarige in Nederland 45% van het reguliere minimumloon. Voor dit reguliere minimumloon komen jongeren pas in aanmerking als ze 23 jaar oud zijn. Hiermee lopen wij ver achter op een groot deel van West-Europa. Wij vinden dat jongeren vanaf hun 18e recht hebben op een fatsoenlijk loon.
In Nederland ben je op je 18e voor de wet volwassen; je mag trouwen, alcohol en tabak kopen, stemmen en in het parlement gekozen worden, je bent verplicht een zorgverzekering te nemen, je kan zelfs worden opgeroepen om het land te verdedigen, maar als je werkt heb je als 18 jarige maar recht op 45 procent van het wettelijk minimumloon?
Een reden voor het invoeren van het jeugdminimumloon in 1974 was bijvoorbeeld het idee dat werknemers onder de 25 jaar minder financiële behoeften hadden en dus geen recht hadden op een (volledige) wettelijke bescherming. Het uitgangspunt was toen nog 1 (mannelijke) kostwinnaar die met zijn loon voorzag in de behoeftes van het gezin. Dit argument werd later aangevuld met een tweede uitgangspunt, namelijk dat van werknemers op jeugdige leeftijd over het algemeen nog geen volwaardige arbeidsprestatie mag worden verwacht. Hun productiviteit zou met andere woorden lager liggen dan een volledig loon rechtvaardigt. Dit traditionele rolmodel is echter in de huidige maatschappij nog nauwelijks aanwezig.
Het tweede argument dat genoemd wordt is dat jonge werknemers minder productief zouden zijn. Dat is opmerkelijk. Bijvoorbeeld: een 32-jarige man die besluit na tien jaar op kantoor te hebben gezeten pluimvee-specialist te worden, is blijkbaar ongeacht ervaring of diploma vakvolwassen. Een 22-jarige collega met bijna drie jaar ervaring en een diploma mag daarentegen nog steeds betaald worden volgens de – lagere – jeugdlonen.
Verder zou het afschaffen van jeugdloon negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid van jongeren. Hiervoor bestaat echter geen empirisch bewijs. Wel van het tegenovergestelde. In Groot-Brittanië is de jeugdloonleeftijd verlaagd van 21 naar 20 zonder negatieve gevolgen voor hun werkgelegenheid.
Ook zouden jongeren door een hoger loon kunnen worden aangemoedigd om te stoppen met school. Ook dit argument is opmerkelijk. Immers, de meeste jongeren die een praktijkopleiding volgen ronden deze af tussen de 18 en 20 jaar oud. Zij zijn dus al klaar met hun opleiding en kunnen zelfs met een volwaardig diploma nog steeds een onvolwaardig loon krijgen. Voor jongvolwassenen die hoger of universitair onderwijs volgen is het zeer onwaarschijnlijk om aan te nemen dat zij hun studie afbreken om van hun bijbaan een reguliere baan te maken vanwege een verhoging van het minimumloon.
De discussie over het jeugd minimumloon wordt ook landelijk gevoerd. Onlangs is in een door D66 ingediende motie opgeroepen tot een substantiële verhoging van het minimum jeugdloon.
Voorzitter, volgens mij hebben inmiddels over dit onderwerp voldoende argumenten de revue gepasseerd. Een verhoging van het minimumjeugdloon doet recht aan jongvolwassenen. Alle werkenden hebben recht op een fatsoenlijk loon.